Een succesvolle zoektocht
Zondagmiddag gaat de telefoon en ik neem op. Aan de andere kant hoor ik: “Dag Stephanie, je spreekt met Maurice. Ik heb een gekke vraag; werkte jij 6 jaar geleden bij CVU?” Even ben ik stil en laat de vraag tot mij doordringen. “Ja, dat klopt”, zeg ik. "Mooi dan ben ik blij dat wij je hebben gevonden. 6 jaar geleden heb jij de uitvaart van mij n schoonmoeder gedaan. Mijn schoonvader is ziek en ligt nu in een hospice. Het is zijn wens dat jij zijn uitvaart verzorgt als hij is overleden. Wil en kan jij dat doen? Ook nu je niet meer bij CVU werkt?"
Natuurlijk wil ik helpen. Ik leg Maurice uit dat ik, samen met Marcus, mijn toenmalige collega bij CVU, een kleinschalige uitvaartonderneming ben gestart waarbij wij alle aandacht aan families kunnen geven en dat t voor nu even van belang is of de uitvaartverzekering keuzevrijheid geeft. Natuurlijk hou je die keuzevrijheid als familie altijd zelf, maar dan keert de polis soms minder uit en zou het voordeliger kunnen zijn om de uitvaart door een andere organisatie te laten verzorgen. Maurice geeft aan dat de wens echt hoe dan ook naar ons uitgaat.
Zijn schoonvader wil mij, wil ons, graag nog een keer zien om zijn wensen te bespreken en we spreken af om dinsdagavond bij hen langs te gaan.
Als we binnenstappen in de kamer van het hospice en ik de familie zie, weet ik bijna alles weer. De kleinzoon van meneer was toen een jochie van net 11 jaar die het best spannend vond om de kaarsen bij zijn oma aan te steken. Nu is t een jonge vent van 17…dol op zijn opa en opa gek op hem!! die twee wisselen regelmatig een blik uit waarbij wij, als buitenstaanders, kunnen zien dat zij elkaar als geen ander begrijpen. Ze hebben dezelfde humor, ze begrijpen elkaar zonder woorden. Het is geweldig om te zien!
De uitvaartpolis ligt al klaar op tafel en ik kijk ernaar. Gelukkig keert die bij overlijden een geldbedrag uit dus kunnen wij de familie zonder problemen helpen. Die leggen we weer opzij en we kletsen, bijna gezellig, verder.
De kamer ademt voetbal, Feyenoord tegen de muur en meneer vertelt dat ie ook wel eens bij Sparta ging kijken maar Feyenoord zijn cluppie is. Op een tafeltje dichtbij hem staat ook de foto van zijn lieve vrouw. We gaan even 6 jaar terug in de tijd, hoe fijn het toen was ondanks het verdriet. Meneer wil niet heel veel bespreken. Maar hij wil wel even kwijt dat hij graag een hoogglans zwart uitvaartkist wil.
Dat is het moment dat Marcus mij aankijkt en zegt: "Dan krijgt u dezelfde kist als Jules Deelder". De ogen van meneer beginnen te glimmen en hij vertelt dat ie als ie naar Sparta ging vaak dichtbij Jules heeft gezeten. Als Marcus vertelt dat wij zijn uitvaart hebben mogen regisseren, krijgen we een imitatie van Jules van meneer waarbij wij, wanneer we onze ogen dichtdoen, bijna echt Jules horen.
Het is gek, maar eigenlijk lachen we heel wat af en we vergeten gewoon hoe ziek meneer is. Na een uurtje, nemen we afscheid van meneer. En dan bedenk ik mij dat dit de derde keer in 3 weken tijd is dat wij zelf de overledene nog hebben gesproken. En weer raakt t ons. De kleinzoon blijft bij zijn opa en wij praten op de gang nog even na met zijn dochter en schoonzoon. Ze zijn, ondanks al het verdriet voor het naderende afscheid, blij dat ze weten dat wij er voor hen zijn als t straks zover is. Voor ons is dat vanzelfsprekend maar voor de familie een geruststelling. Ze weten dat zij ons dag en nacht kunnen bellen. Hierdoor kunnen zij zich de komende periode richten op afscheid nemen en loslaten.